Het is een zonnige dinsdag in september. Jan Nauta (88) uit Bitgummole stapt in zijn auto. Hij maakt graag een ritje door de omgeving. Maar deze keer wordt het geen fijne tocht. Zijn auto belandt ondersteboven in de sloot…
‘Even voor drieën vertrok ik van huis. Via een prachtig weggetje reed ik richting Vliegbasis Leeuwarden. Daar wordt een baan verlengd en ik was benieuwd of er al iets gebeurde. Even later reed ik over datzelfde, hooggelegen weggetje langs een uienveld. Als oud-akkerbouwer wilde ik het land graag bekijken. Ik stuurde naar beneden en stopte bij het veld. Maar toen ik wilde vertrekken, ging het mis. Ik reed achteruit en kwam met het linker achterwiel in de steile slootkant terecht.’
‘De auto kantelde langzaam om. Gelukkig kon ik nog net mijn gordel losmaken, zodat ik wat bewegingsruimte had. Alles stond letterlijk en figuurlijk op z’n kop. Ik lag in een vreemde houding, maar had gelukkig geen pijn. Het enige wat ik dacht was: ik moet hier uit! De voordeuren kreeg ik niet open; alleen het raampje aan de passagierskant. Toen probeerde ik de achterdeuren. Maar daar stroomde water de auto in en ik werd nat tot mijn middel. Uiteindelijk lukte het me om weer naar voren te kruipen, waar het nog droog was.’
‘Mijn hand ging naar de claxon. Maar hier komt bijna niemand langs… En de auto was vanaf de weg nauwelijks te zien. Al mijn hoop had ik gevestigd op de schapenboer uit de buurt. Misschien zou hij nog bij zijn schapen gaan kijken. En mijn familie zou me nu ook wel missen. Ik raakte wat onderkoeld, maar was niet in paniek. Na uren wachten hoorde ik ineens een stem. Het was de schapenboer die het claxonneren had gehoord. Wat een geluk. Hij belde 112. Ze hebben me gevonden!’
‘De brandweerlieden stonden in de sloot om de auto heen. Een van hen kwam via het open raampje naar binnen. Ik kende hem; hij had bij ons de CV aangelegd. Dat voelde vertrouwd en hij stelde me gerust. De mannen stabiliseerden de auto en haalden me via het raampje naar buiten. Op een brancard en via een ladder tilden ze me uit de sloot. Daar kreeg ik warme dekens. Ze werkten heel professioneel. Na een kort ziekenhuisbezoek mocht ik naar huis. Mijn familie en ik zijn de schapenboer en de brandweer ontzettend dankbaar. Het gaat nu goed met me, al zit de schrik er nog in. Ik heb al wel weer een stukje gereden in onze nieuwe auto!’
Tekst: Winneke Kok (GH+O)
Beeld: Team Horsthuis