‘Toen ik acht jaar geleden in Leek kwam wonen zei ik: “Als ze bij de brandweer mensen nodig hebben, dan meld ik me aan.” Het brandweervak heeft me altijd getrokken, het sluit helemaal aan bij mijn passies en hobby’s. Ik was bovendien gestopt met voetbal en zocht een nieuwe uitdaging. En wat is er dan mooier om iets te kunnen betekenen voor je dorp? Tweeënhalf jaar geleden was het zover. Inmiddels ben ik, samen met een andere aspirant, bezig met de opleiding Manschap.’
‘We hebben elke woensdagavond les; dat duurt zo’n vier uur. De theorie volgen we digitaal. Zelf ben ik daar twee uur per week aan kwijt. Daarnaast oefenen we om de week op dinsdagavond met ons eigen korps. Daardoor doen we meteen heel veel ervaring op! Als aspirant mag je ook mee op uitruk. We kunnen met zeven mensen in een tankautospuit en je kunt als ‘stagiair’ als zevende persoon mee. We hebben bovendien het geluk dat we in Leek twee TS’en hebben. Als je niet met de eerste mee kan, dan kan het wel met de tweede.’
‘De eerste keer dat ik mee mocht, was voor flinke stormschade in Roden en Nietap. Met alle korpsen in de regio hebben we bomen staan omzagen. We waren er ’s avonds om half twaalf en om een uurtje of zeven waren we weer terug. Dat was een pittig nachtje! Ik heb ook al verschillende branden meegemaakt, waaronder een in een pizzeria in Roden. Ik had net geleerd hoe een brand zich ontwikkeld en het brandverloop zag ik daar terug. Indrukwekkend als je er met je neus bovenop staat. Sowieso bijzonder om te zien hoe goed we van elkaar weten wat we doen tijdens een uitruk. Er ligt zoveel vast, er is zoveel afgestemd. Mooi dat we tijdens zoveel hectiek zo kunnen werken.’
‘De keuze om bij de brandweer te gaan maak je niet alleen; dat doe je met het hele gezin. Iedereen moet erachter staan. En dan is het een kwestie van gewoon doen. Wanneer is wel het geschikte moment? Ik heb drie jonge kinderen en die weten niet beter, ze groeien ermee op. Het is ook niet zo dat alles moet wijken voor de brandweer. In een app geven we als ploegleden aan wanneer we beschikbaar zijn. Maar het is natuurlijk niet vrijblijvend, er wordt wel wat van je verwacht. Als de bezettingsgraad laag is, bekijken we samen hoe we dat kunnen oplossen.’
‘Ik ben nog steeds blij dat ik dit ben gaan doen! Zeker als ik zie wat ik ervoor terugkrijg. Ik heb er een compleet nieuwe familie bij. De coronaperiode was natuurlijk een rare tijd, maar daarvoor was er wel eens een feestje of barbecue voor het hele gezin. En de afwisseling is leuk. Het ene moment zit ik op kantoor, het andere moment met een heel gevarieerd gezelschap in de tankautospuit – de een in zijn nette overhemd, de ander in een werkkloffie. Een stuk actie, samen ad hoc reageren, iets kunnen betekenen voor anderen. Dat is gewoon mooi.’