Even voorstellen: Raymond zit sinds 1 januari 2024 bij de brandweer in Winschoten en sindsdien loopt hij ook mee als aspirant-manschap. In mei van dat jaar is hij begonnen aan de opleiding tot manschap. In het dagelijks leven is Raymond kraanmachinist. In deze reeks artikelen vertelt hij over zijn ervaringen als aspirant-manschap bij de brandweer en het verloop van de opleiding.
“Het moment dat ik écht zeker wist dat ik bij de brandweer wilde was een paar jaar geleden. Ik was aan het fitnessen in de sportschool en iemands pieper ging af, hij bleek een brandweervrijwilliger te zijn. Hij ging er gelijk vandoor. Toen dacht ik: ‘Dat wil ik ook!’ Die actie spreekt me heel erg aan, het onverwachte, in combinatie met het feit dat ik me nuttig kan maken in mijn eigen regio. Daarnaast heb ik al veel ervaring met het bedienen van grote voertuigen omdat ik werk als kraanmachinist.
Maar het was toch wel een stap, want het is iets heel anders dan mijn dagelijkse werk. Bovendien vraagt het ook wel iets van mijn gezin dat ik vaak opeens weg moet. Gelukkig groeit mijn vrouw er ook langzaam in mee. Zo zijn we laatst een dagje weg geweest met de brandweer, ook met de gezinnen erbij. Daardoor krijgt zij er ook meer gevoel bij. Bovendien ziet zij ook dat de kinderen het mooi vinden dat ik bij de brandweer zit en dat ze daardoor trots op me zijn.
"Ik leer iedereen bij de ploeg steeds beter kennen. Je maakt samen wel wat mee. De kameraadschap die daardoor ontstaat vind ik heel bijzonder. Dat vind je niet zo snel ergens anders"
.
Ik loop nu langer dan een jaar mee als aspirant-manschap en daardoor heb ik al een goed beeld van wat het inhoudt om brandweervrijwilliger te zijn. De allereerste keer dat de pieper ging weet ik nog goed: mijn vrouw had de auto mee dus ik moest met de fiets. Onderweg kwam ik gelukkig een collega tegen die met de auto was, dus kon ik verder met hem meerijden.
De tweede uitruk waar ik bij was, was gelijk een serieuze meterkastbrand. Dat was wel indrukwekkend. Ik merkte echt een bepaalde adrenaline bij iedereen. Het was mooi om te zien dat iedereen precies wist wat hij moest doen. Ik stond er eerst maar wat bij en dat vond ik wel lastig, want ik steek graag de handen uit de mouwen. Gelukkig kon ik toen meehelpen met het opbouwen van de waterwinning. Dat was heel leerzaam.
Ik ben met open armen ontvangen bij de brandweer. En hoe langer ik erbij zit, hoe beter ik iedereen leer kennen. Je maakt samen wel wat mee. De kameraadschap die daardoor ontstaat vind ik heel bijzonder. Dat vind je niet zo snel ergens anders.
Ik zag er wel een beetje tegenop om te beginnen met de opleiding, want ik ben echt iemand van de praktijk. Maar theorie hoort nou eenmaal ook bij de opleiding. Het kost wel even wat tijd nu, want op maandagavond heb ik elke week opleiding, op dinsdagavond oefenen we om de week en op woensdagavond sporten we met de brandweer. Maar dat heb ik er allemaal voor over.
Voor de opleiding ben ik begonnen met het onderdeel Levensreddend handelen en daarna doorgegaan met het onderdeel Brand. Daarvoor moet ik thuis ook huiswerk maken en dingen lezen. Ook krijgen we opdrachten, bijvoorbeeld verkenning van de tankautospuit. En verkenning van het eigen verzorgingsgebied: wat hoort er precies wel en niet bij? In ons geval is dat niet alleen Winschoten, maar ook Westerlee. Ook gaan we langs bij bedrijven en bijvoorbeeld bejaardentehuizen om te zien hoe alles daar geregeld is op het gebied van brandveiligheid. Ik begin het steeds leuker te vinden, want we gaan ook vaker realistisch oefenen in Wijster, met echt vuur. De volgende keer vertel ik meer over het meelopen en de opleiding!”