Drenthe

OMS in Drenthe

Het Openbaar Meldsysteem (OMS) verbindt de brandmeldinstallatie in gebouwen met Meldkamer Noord-Nederland. Het werkgebied van Meldkamer Noord-Nederland beslaat het verzorgingsgebied van Veiligheidsregio Groningen, Veiligheidsregio Drenthe en Veiligheidsregio Fryslân.

Wat moet ik doen als mijn brandmeldinstallatie een brandalarm meldt?

Een brandmelding die wordt gedetecteerd door uw brandmeldinstallatie, dient u direct te verifiëren.

  • Geen brandweerinzet nodig

    Na verificatie licht u de meldkamer van de brandweer, Meldkamer Noord-Nederland in Drachten, zo spoedig mogelijk in over uw bevindingen. Dit doet u via het speciale telefoonnummer waarover u als gebruiker beschikt.

  • Wel brandweerinzet nodig

    Indien er daadwerkelijk brand is die naar uw oordeel brandweerhulp vereist, belt u 112 en/of drukt u een handbrandmelder in. Met deze manieren van verificatie wordt de brandweer direct gealarmeerd.

  • Hoe gaat de brandweermeldkamer om met meldingen van brand?

    De meldkamer van de brandweer hanteert een protocol om brandmeldingen via het openbaar meldsysteem te beoordelen. Op basis van het inzicht dat zij heeft in de aard en toedracht van de melding – zoals het aanspreken van een rookmelder, het indrukken van een handbrandmelder of het in werking treden van een sprinklerinstallatie – wordt de volgende afweging gemaakt:

    • óf de brandweer wordt (direct) gealarmeerd;
    • óf er wordt gewacht op nadere informatie van u (waarbij de meldkamer ook zelf contact met u kan zoeken);
    • óf er vindt een andere actie plaats.
  • Hoe voorkom ik loze meldingen en dat de brandweer voor niets komt?

    Verificatie van een brandmelding kan op twee manieren worden vormgegeven: organisatorisch of technisch. Organisatorische verificatie is afhankelijk van de tussenkomst van mensen, technische verificatie is dat niet. De veiligheidsregio’s bevelen aan om ‘technische verificatie’ toe te passen, zodat het brandmeldsysteem automatisch beoordeelt of er sprake is van een echte of een loze melding. Alleen echte meldingen worden automatisch doorgegeven aan de meldkamer van de brandweer. Technische verificatie vraagt veelal om een zekere investering in de brandmeldinstallatie en het type melders. Het vervangen van de brandmeldinstallatie is net als nieuw- of verbouw vaak een geschikt, natuurlijk moment om over te gaan op technische verificatie.

    Organisatorische verificatie’ staat voor verificatie via verkenning. Bij organisatorische verificatie voldoet u aan uw verantwoordelijkheid door na een intern alarm direct de melding visueel te verifiëren – een taak voor de BHV – en de meldkamer van de brandweer te informeren over de aard en toedracht van de melding. Als dit snel gebeurt, zal de brandweer bij een loze melding niet worden gealarmeerd.

  • Houd uw interne organisatie op orde

    De bedrijfshulpverlening (BHV) moet zijn toegespitst op de activiteiten binnen het gebouw of op het terrein. Een zorginstelling met aan bed gebonden patiënten heeft meer BHV-ers nodig dan een organisatie waarin iedereen zelfredzaam is. Een belangrijke taak van een BHV-organisatie is het in veiligheid brengen van niet zelfredzame personen bij brand. Deze BHV-organisatie moet regelmatig haar taken beoefenen. Vaak blijkt dat het eens per jaar houden van een ontruimingsoefening kan volstaan. U dient te beschikken over een ontruimingsplan om medewerkers duidelijkheid te geven wat van hem of haar wordt verwacht. Elke medewerker moet hiervan inhoudelijk op de hoogte zijn.

  • Brandweermap

    U wordt geadviseerd om een ‘brandweermap’ aan te leggen en deze te bewaren bij een brandweeringang, bij de receptie of bij het brandmeldpaneel. Bruikbare inhoud van deze map zijn met name plattegronden met de indeling van het gebouw en (brandweer)ingangen. Een kopie van de ontruimingsplattegronden die in het gebouw hangen, kan hierin vaak al voorzien. Met informatie uit de map kan de brandweer bij aankomst ter plaatse de risico’s beter inschatten ter bescherming van de ingezette brandweermensen en aanwezigen in de omgeving. Daarnaast kan een beter inzetplan worden gemaakt om een brand veiliger, efficiënter en sneller te blussen.

  • Testen

    Om op de juiste werking van een brandmeldcentrale te kunnen vertrouwen, moet deze periodiek getest worden. Daarbij worden diverse brandmeldingen veroorzaakt om te controleren of alle sturingen (van het ontruimingsalarm, van zelfsluitende deuren en van de doormelding naar Meldkamer Noord-Nederland) correct functioneren. Om te voorkomen dat deze geforceerde brandmeldingen worden omgezet naar alarmeringen van de brandweer, is een tijdelijke aanpassing van het systeem nodig. Via uw OMS-dienstverlener kan de brandmeldcentrale in de ‘teststand’ worden gezet, waarna deze aanpassing kan worden doorgevoerd.

  • Reageren op storingen

    Ondanks het regelmatig controleren en testen van uw brandmeldcentrale, kan het voorkomen dat zich hierin een storing voordoet. Een storingsmelding moet worden gemeld binnen uw organisatie of naar een 24-uurs bezet ontvangststation zoals de meldkamer van uw OMS-dienstverlener (dus niet Meldkamer Noord-Nederland!). Het spreekt voor zich dat u een storingsmelding meteen oppakt. De installateur van uw brandmeldinstallatie kan u helpen.

  • Meer informatie en contact

    Bij vragen of voor meer informatie kunt u contact opnemen met Veiligheidsregio Drenthe via oms@vrd.nl.

Stel een vraag
Sluit stel een vraag box