Natuurbranden zijn grillig en moeilijk te bestrijden. Vuur kan zich razendsnel verspreiden via kruinen van bomen en kan heel onverwachts op de grond opduiken. Een brandje in het bos, op de hei of in de duinen kan al snel uit de hand lopen.
Doe je het toch, maak je sigaret dan zorgvuldig uit voordat je hem weggooit. Let op of er misschien een rookverbod geldt.
Als dat niet kan, neem het afval mee en gooi het thuis weg. Een stukje glas waar de zon op schijnt kan namelijk brand veroorzaken!
Ook als je gaat barbecueën, een kampvuur maakt of de vuurkorf aansteekt.
De katalysator, die vaak aan de onderkant zit, wordt erg heet. Als je de auto in droog, hoog gras wegzet, kan dat daardoor in brand vliegen.
Parkeer niet op bospaden; brandweervoertuigen moeten altijd vrij baan hebben.
Het grootste gevaar voor mensen is dat ze door het vuur ingesloten raken en niet meer weg kunnen komen.
Is er brand in de natuur en weet je niet welke kant je uit moet?
Loop dan niet voor de brand uit of in de richting van de brand, maar haaks op de richting waar de brand vandaan komt. Komt de brand uit het zuiden, loop dan niet richting het noorden, maar richting het oosten of westen. De kans dat de brand je inhaalt of insluit, is dan het kleinst.
De meeste natuurbranden ontstaan door menselijk handelen. Wanneer je lekker in de natuur bent is jouw gedrag daarom belangrijk in het voorkomen en beperken van een natuurbrand.
In droge periodes kan een beginnende natuurbrand zich snel en onvoorspelbaar ontwikkelen, zeker bij een harde wind. Jouw bezoekers en jouw onderneming lopen dan wellicht gevaar. Jij als recreatieondernemer bent dan verantwoordelijk voor de ontruiming van je onderneming en voor de veiligheid van je bezoekers.
Download hier de tips over wat je moet doen bij een natuurbrand.
Veel mensen die in een natuurgebied wonen zijn zich niet altijd bewust van de natuurbrandrisico’s. Weet jij wat je kunt doen om een natuurbrand te voorkomen en hoe jij jezelf en anderen kunt redden bij een natuurbrand?
Download hier de folder met tips.
Wil je je tuin zo brandveilig mogelijk inrichten?
In droge periodes kan een beginnende natuurbrand zich snel en onvoorspelbaar ontwikkelen, zeker bij een harde wind. Jouw cliënten en jouw zorginstelling lopen dan wellicht gevaar en jij bent dan verantwoordelijk voor de ontruiming van jouw instelling.
Download hier de folder met tips over watje moet doen bij een natuurbrand.
In het algemeen geldt dat in natuurgebieden met bos, heide, en/of gras(duinen) de kans op natuurbrand toeneemt bij langere periodes van droog weer. Een natuurbrand kan zich in droge periodes zeer snel en onvoorspelbaar ontwikkelen.
De brandweer en natuurorganisaties werken sinds 2018 met twee natuurbrandfasen om aan te geven hoe groot de kans op natuurbrand is:
Fase 1: Regulier natuurbrandgevaar: wees altijd voorzichtig met vuur in de natuur.
Fase 2: Verhoogd natuurbrandgevaar: weer extra alert op brand en vermijd vuur in de natuur.
Natuurbeheerders en brandweer zijn altijd voorbereid op een natuurbrand. Zij hebben in deze fase (nog) geen extra maatregelen getroffen. Wel geldt altijd dat voorzichtigheid met vuur in de natuur geboden is.
Wat betekent dit voor jou?
Voorkom brand:
Het is al langere tijd droog in de natuur. Het risico dat een natuurbrand ontstaat is groter. Een natuurbrand kan zich in droge periodes snel en onvoorspelbaar ontwikkelen, zeker bij harde wind. Terreineigenaren, natuurbeheerders en hulpdiensten zijn in deze periode extra alert, maar vragen ook jouw medewerking om de gevolgen van natuurbrand te voorkomen of te beperken.
Tijdens deze fase kun je natuurlijk nog steeds gerust de natuur intrekken. Maar wees extra alert, gebruik het gezonde verstand en meld vooral in deze fase verdachte zaken meteen via 112.
Vergunning
Sommige – gemeentelijke of provinciale – vergunningverleners gebruiken de fase-indeling om een vergunning te weigeren of in te trekken.
Wat betekent dit voor jou?
Voorkom brand:
• Bel 112 om de locatie van de brand zo precies mogelijk door te geven.
• Wacht hulp niet af. Vlucht zo snel en ver mogelijk weg van de brand.
• Waarschuw en help de anderen op een veilige plek te komen.
• Ga niet voor de brand uit of in de richting van de brand, maar vlucht haaks op de brand. Daarmee is de kans kleiner dat de brand je inhaalt.
In de aangesloten veiligheidsregio’s staan meetstations in de natuurgebieden. Deze meten tal van factoren zoals windsnelheid, temperatuur, droogte, luchtvochtigheid etc. Op basis van deze metingen wordt een bepaalde indexwaarde berekend. Die geeft het actuele risico aan of een natuurbrand zich snel kan uitbreiden. Deze indexwaarden fluctueren gedurende de dag.
De indexwaarden worden dagelijks gevolgd door een getrainde medewerker van de veiligheidsregio en gecombineerd met bijvoorbeeld de meteogegevens van KNMI en Buienradar, informatie van natuurbeheerders, informatie van brandweerdeskundigen uit het veld en eigen waarneming.
Op basis van al deze gegevens wordt de fase voor de veiligheidsregio bepaald. De fase wordt, indien nodig, rond middernacht aangepast.
De real time-waardes wijzigen gedurende de dag. Dit betekent dat in de vroege ochtend de indexwaardes een andere fase kunnen suggereren dan ’s middags. Als er bijvoorbeeld in de middag heel veel regen valt, verandert de waarde daardoor. Ook als de waardes net op de rand zitten tussen de twee fases, verschuift dit dus steeds. Verder is de indexwaarde slechts één van de factoren die worden meegewogen om de fase te bepalen.
Het belangrijkste voor burgers en recreatieondernemers zijn de handelingsperspectieven die op dat moment relevant zijn. Als we de fluctuerende fases ‘aan de achterkant’ zouden tonen, is dat voor burgers erg onduidelijk, zeker als je bijvoorbeeld een stookontheffing hebt gekregen waarbij in de ontheffing wordt aangegeven dat deze vervalt bij een fase ‘extra alert’. Daarom is er besloten om de fase om middernacht aan te passen voor de volgende dag en die de hele volgende dag vast te zetten.
Voor de burgers is er eigenlijk weinig verschil in de handelingsperspectieven, voorzichtigheid met vuur in de natuur is altijd belangrijk. Voor de inzet van de hulpdiensten is er wel een verschil. Afhankelijk van de situatie ter plaatse kan een veiligheidsregio besluiten om bijvoorbeeld bij fase 2 met meer voertuigen uit te rukken.
Het kan in de ene veiligheidsregio in de natuur vochtiger zijn dan in de andere veiligheidsregio, bijvoorbeeld door plaatselijke regenbuien. Dit vertaalt zich in een andere indexwaarde en keuze voor fase.
Voor het actuele natuurbrandrisico, kunt u zich op de site www.natuurbrandrisico.nl aanmelden voor een automatische alert. Zie hiervoor : Abonneren”.