Tot en met de tweede wereldoorlog lag de nadruk voor de brandweer op het blussen van branden. In de periode hierna ziet men een verschuiving; meer en meer richt de brandweer zich op andere taken zoals (technische) hulpverlening, medische assistentie en ook het bestrijden van incidenten met gevaarlijke stoffen. We kunnen snel en adequaat handelen in noodsituatie, zo ook wanneer er giftige, brandbare, explosieve, radioactieve en corrosieve stoffen. Dergelijke incidenten komen weinig voor maar toch zijn we hiervoor getraind en beoefenen we dit regelmatig.
Het identificeren van de juiste gevaarlijke stof is cruciaal, omdat het uitmaakt met welke strategie te hanteren of in geval van brand welk blusmiddel in te zetten.
Zijn stoffen zuurstof verdringend? Is er explosiegevaar? Zijn stoffen bijtend. Moeten we de omgeving alarmeren, staan we zelf ver genoeg van de gevaarlijke stoffen af (zijn we uit de ‘hotzone’), van welke kant komt de wind of moeten we ons vuilwerk pakken aan?
We maken bij deze inzetten altijd gebruik van speciaal meetapparatuur, zoals de CO meter en de multigasmeter. Hiermee meten we de hoeveelheid CO, H2S, zuurstof (percentage en LEL).
Kortom als er gevaarlijke stoffen in het spel zijn gaan we zorgzuldig te werk. We hanteren stricte protocollen, bijvoorbeeld voor decontaminatie (ontdoen van de gevaarlijke stof) of we brengen in kaart waar bijvoorbeeld een giftige rookwolk heen gaat. Dan vormt divers naslagwerk over stofeigenschappen onze leidraad. Is de situatie bijzonder specifiek dan staat in de regio een adviseur gevaarlijke stoffen (AGS) klaar voor inzet. Die kan op afstand adviseren of hij komt naar locatie.
Zo kunnen we stabiliserend optreden, slachtoffers redden en decontamineren (ontdoen van de gevaarlijke stof) en in kaart brengen waar bij voorbeeld een giftige wolk heen gaat.
Net zoals bij onze andere taakvelden is er bij IBGS steeds meer sprake van landelijke samenwerking. Kennis wordt uitgewisseld en landelijk zijn er regio’s en bedrijven die expertise en teams hebben om op te treden bij complexe incidenten.
Steeds belangrijker worden ook de milieuaspecten. Het beperkten van vervuiling wordt steeds belangrijker. Zo dekkend we bijvoorbeeld putten af, en kunnen we met zand chemische stoffen absorberen waardoor vervuiling wordt beperkt.
Ook in onze eigen gemeente Heusden zijn er risico’s waar we alert op zijn. In het agrarisch gebied komen bij het inkuilen van voedsel stoffen vrij zoals stikstof en methaan, die zuurstof kunnen verdringen en in sommige gevallen explosiegevaar opleveren. Daarnaast kunnen er gevaarlijke stoffen ontstaan die bijtend of giftig zijn. In de industrie zien we vooral risico’s bij het gebruik van chemische middelen en agressieve schoonmaakproducten. Maar ook gevaarlijke rookontwikkeling bij een woningbrand komen we tegen.