Natuurbrandveilig ondernemen op jouw recreatiepark

Als recreatieondernemer wil je dat jouw park een veilige en aantrekkelijke plek is voor gasten. Natuurbrandveilig ondernemen kan daarbij een uitdaging zijn, maar met de juiste aanpak kun je veel doen om risico’s te verkleinen.

Wij helpen je graag op weg met praktische tips en maatregelen:

  • Acties die je zelf kunt ondernemen om jouw park natuurbrandveiliger te maken en te houden.
  • Handvatten om in gesprek te gaan met een VvE, eigenaren of gasten over dit onderwerp.


Sommige maatregelen kun je direct zelf uitvoeren, terwijl andere acties samenwerking met eigenaren of de Vereniging van Eigenaren (VvE) vragen. Zorg ervoor dat zij goed geïnformeerd zijn en betrek hen actief. Denk bijvoorbeeld aan een jaarlijkse ‘natuurbrandveilige doedag’, waarbij je samen met gasten en eigenaren het park brandveiliger maakt. Dit is niet alleen nuttig, maar ook een mooie gelegenheid om de onderlinge band te versterken.

Samen zorgen we voor een veilig vakantie- of recreatiepark, waarbij ieders betrokkenheid telt!

Op, aan en rond gebouwen

Natuurbrandveilig ondernemen zit vaak in eenvoudige maatregelen. Let eens op de onderstaande punten en objecten bij de gebouwen en vakantieverblijven en je verkleint de kans op (snelle uitbreiding van) een natuurbrand.

  • Daken en dakgoten

    Maak alle (platte en licht hellende) daken en dakgoten op het park minimaal twee keer per jaar schoon (in het voorjaar en najaar en tijdens langdurig droge perioden).

    Waarom?
    Dode bladeren en takken die op je dak of in je dakgoot liggen zijn brandbaar. Door weersinvloeden zoals zon drogen deze bladeren en takken snel uit. Bij vliegvuur (brandende deeltjes die opstijgen en branden kunnen veroorzaken) kan dit makkelijk leiden tot een brand. Ons advies is daarom daken en dakgoten ook tijdens droge periodes schoon te maken. Brand kan zich via vegetatie snel verspreiden naar andere objecten.

  • Schoorstenen en vonkenvangers

    Heb je een schoorsteen op gebouwen of vakantiewoningen met een schoorsteen? Zorg dan dat je het schoorsteenkanaal veegt en dat je een vonkenvanger plaatst op je schoorsteen. Ons advies is minimaal twee keer per jaar de schoorsteen te vegen en de vonkenvanger te reinigen.

    Waarom?
    Twee keer per jaar schoonmaken is belangrijk vanwege roetaanslag. Roetaanslag in een schoorsteen of vonkenvanger is brandstof in geval van overspringende vonken (vliegvuur) of een brand. Een brand van buiten het gebouw kan door vliegvuur het blad op daken en in goten ontsteken.

  • Houtopslag

    Staat er een houtopslag tegen gebouwen of vakantiewoningen? Dit kan brandgevaarlijk zijn en daarom wil je die liever niet te dicht bij je gebouwen of vakantieverblijven hebben.

    Waarom?
    Gedroogd hout is brandstof in geval van overspringende vonken (vliegvuur) of een brand. Ons advies is rondom gebouwen en vakantiewoningen minimaal drie meter ruimte vrij te houden. Brand kan zich via hout snel verspreiden naar andere objecten.

  • Wateraansluiting

    Hebben de vakantieverblijven een wateraansluiting aan de buitenzijde?

    Waarom?
    In geval van een beginnende brand kan een tuinslag op de wateraansluiting helpen. Enerzijds om te blussen anderzijds, om de omgeving nat te houden en het risico op een overslaande brand te voorkomen.

  • Hottubs en houtgestookte sauna’s

    Plaats hottubs, houtgestookte sauna’s en aanverwante producten altijd op een verharde stabiele ondergrond. Houd rekening met een ruimte van minimaal drie meter rondom de hottub of sauna.

    Bij fase 2 is het gebruik van hottubs en houtgestookte sauna’s NIET toegestaan. Wij adviseren je om dit duidelijk te vermelden op je website.

  • Propaantank en gasflessendepot

    Zijn er propaantanks aanwezig op het park? Zorg dat brandbare vegetatie op minstens vijf meter afstand van de tank staat. Misschien realiseer je het je niet, maar vallende takken kunnen de tank beschadigen!

    Propaantanks en gasflessendepots kunnen het best aan de rand van het kampeerterrein of vakantiepark worden geplaatst. Deze locaties moeten altijd goed bereikbaar zijn.

    Een gasflessenopslag moet voldoen aan de eisen zoals omschreven in deel 15 van de publicatiereeks Gevaarlijke stoffen (PSG 15). Lees vooral ook hoofdstuk 6.

  • Opslag van accu´s en batterijen

    Accu’s, energieopslag in accu’s rondom 5 meter vrij houden.

Groen en groenonderhoud

Natuurbrandveilig ondernemen zit vaak in eenvoudige maatregelen. Met de juiste beplanting en groenonderhoud verklein je de kans op (snelle uitbreiding van) een natuurbrand.

  • Soorten vegetatie en beplanting

    Sommige vegetatie is brandbaarder dan andere vegetatie. Bijvoorbeeld coniferen, naaldbomen (zoals grove den en fijnspar) en takkenwallen zijn zeer brandbaar. Minder brandbare soorten zijn loofhoudende bomen en struiken zoals de berk, beuk, eik, esdoorn, kastanje, laurier, populier en walnoot.

    Advies
    Het kan helpen om een beplantingsplan en een onderhoudsplan te maken voor jouw park. Hierbij kun je loofhout verplanten en naaldbomen en coniferen vervangen voor minder brandbare vegetatie. Het is ook een goede stap om naaldhout te dunnen en op te kronen (verloven van naaldhout).

    Minder brandbaar betekent niet onbrandbaar!

    • In droge periodes wordt minder brandbare begroeiing brandbaarder.
    • Ook de leeftijd van de begroeiing is van belang. Hoe ouder een boom is, hoe groter de kans dat er dode takken in de boom hangen. Hierdoor neemt de brandbaarheid toe.
  • Snoeien en tuinafval

    Plantenresten onder bomen en struiken, droge bladeren en takken drogen uit en kunnen brandstof worden. Dit geldt ook voor gemaaid gras.

    Snoei takken die dichter dan drie meter bij een gebouw of vakantieverblijf of erboven hangen.

    Voorkom broei in opslag van vegetatie. Broei kan ontstaan wanneer gisting door warmte ontstaat. Dit kan leiden tot warmteontwikkeling in het hart van de hoop met vegetatie.

    • Leg je een nieuw stuk groen aan? Indien mogelijk, kies voor minder brandbare vegetatie. Toch naaldbomen of coniferen? Hanteer dan een afstand van 10 meter tot gebouwen en onderbreek de vegetatie zodat het geen lont kan worden. De onderbreken adviseren wij op minimaal 5 meter.

    Advies
    Ruim tuinafval altijd direct op; zeker tijdens langdurig droge periodes. Ook wanneer dit onder hagen of bomen ligt. Ruim grasafval op tijdens langdurige droge periodes. Droog gras kan brandstof worden.

    Vanuit ecologische visie begrijpen wij dat je soms bladeren liever laat liggen. Plaats deze dan op een verharde ondergrond en zorg ervoor dat er voldoende ruimte tussen de bladeren en de overige begroeiing ligt, zodat een brand minder eenvoudig kan overspringen.

    Ons advies om broei te voorkomen door vegetatie brandveilig op te slaan. Maak gebruik van meerdere kleine porties vegetatie in plaats van een grote hoop. Plaats de vegetatie op een verharde ondergrond, zodat een grondvuur niet makkelijk kan overslaan van de ene naar de andere hoop. Plaats tussen de hopen een betonwand. Hierdoor kan een brand niet overgaan naar de volgende hoop. Bij fase 2 adviseren wij om de vegetatiehoop van het terrein te verwijderen.

  • Perceelafscheiding

    Staat er begroeiing tussen de percelen? Is dit minder brandbare vegetatie (loofhout), waardoor het risico op brandoverslag van het ene vakantieverblijf naar het andere beperkt kan worden? Brand kan zich via vegetatie snel verspreiden.

    Advies
    Maak een onderhoudsplan voor de begroeiing op jouw park. Daarnaast kan een beplantingsplan helpen om verschillende soorten inheemse loofhout een plek te geven en naaldbomen en coniferen te vervangen. Met een beplantingsplan bevorder je zowel de biodiversiteit als de brandveiligheid.

  • Toegankelijkheid voor brandweerauto

    Een brandweerauto heeft en breedte van 3.50 meter nodig en 4.20 meter hoog. Zijn alle paden op jouw park toegankelijk voor de brandweer? En is dit hele jaar zo? Is elk verblijf van personen op jouw terrein bereikbaar binnen een afstand van 40 meter?

    Advies
    Snoei waar mogelijk, zodat de hulpdiensten vrije doorgang hebben.

Overige maatregelen

Natuurbrandveilig ondernemen zit vaak in eenvoudige maatregelen. Let ook eens op de volgende zaken op jouw terrein.

  • Afvalplaatsen en transformatorkasten

    Zorg voor minimaal drie meter vrije ruimte rond afvalcontainers en transformatorkasten. Kijk ook of er boven deze containers en kasten geen takken hangen. Wanneer er een brand is, is de inhoud van een afvalcontainer een gevaar voor de omgeving.

    Let ook op broei in afval. Broei kan leiden tot een brand die kan overslaan naar vakantieverblijven of omliggende vegetatie.

  • Bewegwijzering en perceelnummers zichtbaar

    In geval van een brand op het park is het belangrijk dat de brandweer het betreffende perceel snel kan vinden. Zorg er daarom voor dat er altijd een duidelijke routing is en de perceelnummers zichtbaar zijn, door vegetatie rond het perceelnummer te snoeien.

    Clusters van huisnummers en gebouwen op bewegwijzering kunnen helpen bij een duidelijke routing en goede vindbaarheid voor hulpdiensten.

  • Ontvluchtingsplan en (doodlopende) wegen

    In geval van een noodsituatie is het belangrijk dat hulpdiensten en vertrekkende gasten elkaar niet belemmeren op de paden in het park. Daarnaast is het belangrijk dat er ruimte is waar een brandweerwagen kan keren. Dit is in geval van een doodlopend pad op jouw park.

    Denk er ook aan dat vertrekkend verkeer (bijvoorbeeld de gasten) en aanrijdend verkeer (hulpdiensten) elkaar kunnen passeren op de paden in je park. Dit kan door de paden voldoende breed te maken, maar ook door passeervakken aan te leggen.

    Advies
    Maak een ontruimingsplan, bespreek dit met je medewerkers en gasten. Check of er voldoende passeerruimte in je park is en/of voldoende passeervakken.

    Passeervakken op een recreatiepark

  • Noodontsluiting

    Is er voldoende noodontsluiting zodat jouw gasten kunnen vluchten in geval van een noodsituatie? Noodontsluiting is noodzakelijk en bevordert de ontruimingstijd!

    Advies
    Indien gewenst kun je gebruik maken van het ontruimingsplan zoals opgesteld door HiswaRecron.

    Hebben jouw (nood-)uitgangen een SOS-toegang 2.0 systeem in geval van calamiteit en blijven deze toegang tijdens een calamiteit open staan?

    Houd in het ontruimingsplan ook rekening met het feit dat wellicht meerdere ondernemingen op dezelfde ontsluitingswegen uitkomen.

    Advies
    Is dit het geval stel dan met elkaar, politie en gemeente een verkeersplan op.

  • Bluswatervoorziening

    Is er voldoende bluswater beschikbaar in geval van een brand? Heeft de bluswatervoorziening voldoende capaciteit? (Grondwater-)Pulsen of andere voorzieningen kunnen, in overleg met de brandweer, geschikt gemaakt kunnen worden.

    Advies
    Controleer ieder jaar of de bluswatervoorzieningen nog werken.

  • Parkeren

    Staan de auto’s van jouw gasten zodanig geparkeerd dat zij geen risico opleveren? Staan zij op een verharde ondergrond? Lang, droog gras en een hete katalysator kan leiden tot een brand.

    Laadpalen voor elektrische voertuigen komen wellicht op jouw vakantiepark ook voor. Treedt voordat je laadpalen gaat plaatsen in overleg met de brandweer, zodat deze investering ook brandveilig gebeurt.

    Als auto’s op een pad geparkeerd staan, kunnen de hulpdiensten er dan nog langs? Een brandweerauto heeft een breedte van 3.50 m. nodig.

    Zijn de nooduitgangen en de bluswatervoorziening altijd vrij? Staan er geen auto’s voor geparkeerd?

    Advies
    Maak parkeren een terugkomend onderwerp met je gasten. De meeste gasten zijn van goede wil, maar vergeten is menselijk! Check af en toe op je park hoe de auto’s geparkeerd staan. Wellicht is dit een goed initiatief wanneer fase 2 voor jouw regio is ingegaan.

  • Afvalstation van het park

    Zijn de afvalcontainers vrij van begroeiing? Begroeiing op een afstand minder dan drie meter is brandgevaarlijk. Bij een brand in de container kan de brand omslaan naar de omgeving.

    Ook bij een afvalstation kan broei ontstaan.

    Advies
    Bestaat de begroeiing uit minder brandbare vegetatie? Indien niet, kun je een beplantingsplan maken, waarbij je naaldbomen en coniferen verwijdert als deze bij het afvalstation staan. Hanteer een afstand van minimaal vijf meter en gebruik bij voorkeur betonnen afscheidingen.

    Voorkom broei door de vegetatie te compartimenteren in kleine porties in plaats van één grote hoop. Hierdoor is het risico op overslaan van een brand van de ene naar de andere hoop kleiner. Plaats het op een verharde ondergrond zodat grondvuur wordt voorkomen. Verwijder de vegetatiehopen van het terrein bij fase 2.

    Advies
    In het onderhoudsplan kun je het snoeien van de begroeiing opnemen.

  • Brandgevaarlijke stoffen

    Opslag van brandgevaarlijke stoffen moet voldoen aan de eisen zoals omschreven in deel 15 van de publicatiereeks Gevaarlijke stoffen (PSG 15). Lees vooral ook hoofdstuk 6.

  • Natuurbrandrisico.nl

    Meld jouw organisatie aan bij www.natuurbrandrisico.nl en zorg ervoor dat bijbehorende acties per fase worden nageleefd. Aanmelding betekent dat jij, bij verandering van de fase voor jouw regio, een mailbericht ontvangt over de wijziging.

    Zorg voor een goede en volledige natuurbrandrisico richting jouw medewerkers en gasten. Houd ook rekening met anderstaligen.

    Advies
    Meld je aan als je nog niet bent aangemeld, bespreek deze service met je medewerkers en gasten. Laat iedereen ook weten welke acties niet meer zijn toegestaan op jouw park in geval van fase 2.

  • Natuurbrandrisico-informatie voor uw gasten

    Creëer een communicatiemethode waarbij u uw gasten informeert dat fase 2 natuurbrandrisico is ingegaan. In Nederland hebben we twee fasen natuurbrandrisico. Fase 1 betekent ‘wees voorzichtig’, fase 2 is ‘wees extra alert’

    Advies

    Misschien:

    • Heb jij een app waarin jij jouw gasten kunt informeren over fase 2.
    • Kun je een natuurbrandrisico fase 2 vlag op een vaste plek op jouw park plaatsen wanneer het fase 2 is .
    • Kun je gasten die inchecken de flyer Voorkomen van Vuur is jouw Natuur – recreanten meegeven.

Communicatietips

Wij begrijpen dat jij de hulp nodig hebt van je gasten en wellicht ook van een Vereniging van Eigenaren. En wij begrijpen ook dat dit soms een uitdaging is. Hieronder vind je enkele tips die wij van collega recreatieondernemers hebben gehoord. Misschien kun jij hier ook iets mee.

  • Aan het begin van het seizoen informatie verstrekken over natuurbrandpreventie. Dit kan op meerdere manieren: nieuwsbrief, flyer, bijeenkomst enz.
  • Organiseer indien van toepassing samen met de VvE aan het begin en aan het einde van het seizoen een gezamenlijke Doe-dag. Ga samen snoeien en buitenshuis opruimen en schoonmaken. Gezellig en nuttig.
  • Heb je een app voor je park? Attendeer hierin natuurbrandpreventie, fase van natuurbrandrisico en de gratis service natuurbrandrisico.nl
  • Gebruik de flyers en posters van de preventiecampagne Voorkomen van Vuur is jouw Natuur en geef deze actief mee aan gasten die inchecken
  • Geef zelf het goede voorbeeld in natuurbrandpreventie.
  • Doe met enige regelmaat een schouw op je vakantiepark en indien mogelijk doe dit samen met de ‘vaste gasten’ of VvE

Checklist

Ben jij als recreatieondernemer voorbereid op natuurbrand?
Volg de tips op de checklist en voorkom risico’s.

Download checklist

Tot slot

Een natuurbrand op of in de omgeving van een vakantiepark kan afhankelijk van de omgeving een gedeeltelijke of totale ontruiming van het park noodzakelijk maken. De kans op branduitbreiding kan beperkt worden door maatregelen te treffen. De Toolbox gebiedsgerichte aanpak natuurbrandbeheersing biedt hiervoor handvatten.

Zie ook

Voorkomen van Vuur is jouw Natuur

Lees meer over Voorkomen van Vuur is jouw Natuur

Tips: Op en aan je (vakantie)woning

Lees meer over Tips: Op en aan je (vakantie)woning
Was deze informatie nuttig?
Stel een vraag
Sluit stel een vraag box