Ettiene werkte in 2002 als installateur bij een klant toen er brand uitbrak. Hij zag van dichtbij hoe de brandweer te werk ging en daarmee was het zaadje geplant. Een ander helpen was altijd al zijn passie, maar dat incident haalde hem over om toen al als brandweervrijwilliger aan de slag te gaan. Hij was zo enthousiast dat hij later zelfs bij de beroepsbrandweer is gegaan in Rotterdam.
Inmiddels is Ettiene geen beroepsbrandweer meer, maar vrijwilliger. ‘Ik zie mijn vrijwilligerswerk bij de brandweer deels als hobby. De een gaat iedere dinsdagavond naar de voetbaltraining en staat op zondag op het veld, voor mij is de woensdagavond ‘brandweeravond’. Daar komt niks tussen. Ik verheug me iedere keer weer op een avond met de jongens en meiden. Daarbij komen natuurlijk ook de ‘echte’ uitrukken: ik vind het heel waardevol om samen met anderen iets te kunnen betekenen in een noodsituatie.’
Als Ettiene niet in de ploegendienst werkt is hij flexibel: ‘de klanten waar ik als loodgieter kom, weten dat ik vrijwilliger ben en dat ik dus opgeroepen kan worden. Natuurlijk zorg ik er wel voor dat klussen netjes worden afgehandeld. Als het nodig is, zorg ik dat iemand anders mijn werk overneemt. Het voelt niet alsof ik veel ballen hoog moet houden, eigenlijk vullen al mijn functies elkaar aan.’
‘Zo lang ik mij fysiek en mentaal fit voel, is de brandweer mijn tweede thuis. De organisatie en de technieken waarmee je werkt veranderen constant, dat maakt het een dynamische omgeving. En als je dan ook nog mensen in nood kunt helpen is dat wat mij betreft een verrijking. Ik zou niet anders willen!’
Hoewel Ettiene met zijn jarenlange ervaring nog lang niet denkt aan stoppen, zorgt hij er wel voor dat ook de jongere generatie de ruimte krijgt. Bijvoorbeeld door collega’s uit te dagen na te denken over de bestrijding van een incident, maar ook door te vragen wat ze nog zouden willen leren. ‘Ik heb bij de brandweer zoveel kansen gekregen en dingen mogen leren. Ik zie het nu ook als mijn taak om dat een ander te gunnen. En er komt natuurlijk ooit een moment dat ik ga stoppen. Dan is het fijn om te weten dat er een nieuwe generatie bevlogen jongens en meiden klaarstaat.’