Ongeveer vijf jaar geleden trok Bas in bij zijn vriendin in Veendam. Om er goed te aarden wilde hij graag een eigen kring mensen om zich heen verzamelen. Toen hij langs de brandweerkazerne reed, zag hij op een spandoek staan dat ze vrijwilligers zochten. “Ik dacht: ik ga gewoon een keer op gesprek. Inmiddels zit ik alweer vier jaar bij de brandweer en is het helemaal goed gekomen met die nieuwe vrienden.”
“Toen ik voor de eerste keer langsging bij de kazerne, zag ik al die wagens staan en ze hadden alle technische apparatuur uitgestald. Ik begon gelijk te twijfelen, want ik ben niet zo heel technisch. Maar tijdens het gesprek werd al vrij snel duidelijk dat ze niet alleen maar technische mensen zochten. Het is juist goed als het een groep mensen is met verschillende achtergronden.”
“Ik werk bij het Regionaal Service Center in Groningen, het 0900-nummer van de politie, daar draai ik ook nachtdiensten. Het voordeel daarvan is dat ik ook regelmatig overdag mee kan op uitruk. Bij de brandweer zijn ze juist blij met mensen die onregelmatige diensten draaien, omdat er overdag vaak een tekort is aan vrijwilligers. Maar natuurlijk ben je ook welkom als je een 9 tot 5-baan hebt!”
“De eerste jaren was de combinatie met thuis goed te doen, maar sinds ik een dochter heb is het wel iets lastiger. Als mijn vriendin niet thuis is en ik ben alleen met mijn dochter, kan ik niet mee op uitruk. Maar het is een blijft een vrijwillige functie, iedereen weet dat het echte leven voorrang heeft.”
“In Veendam hebben we twee ploegen. Dat betekent dat je om de week ‘dienst’ hebt. Als je dienst hebt, wordt wel van je verwacht dat je daar rekening mee houdt. Als je echt een keer niet kunt, bijvoorbeeld vanwege een groot feest van een familielid, dan kun je dat gewoon aangeven. Maar als je eenmaal hebt aangegeven dat je beschikbaar bent, wordt er ook wel van je verwacht dat je opkomt als de pieper gaat. En dat is ook logisch, want anders kunnen we niet uitrukken.”
“Wat ik bijzonder vind aan werken bij de brandweer is dat je gelijk in je rol schiet als de pieper gaat. Je gaat met je ploeg ergens naartoe waar iets aan de hand is. Tijdens de rit krijg je steeds meer informatie over het incident en vorm je samen een beeld. Ter plaatse proberen we samen alles zo snel mogelijk weer onder controle te krijgen. Ieder incident is weer anders, en je helpt mensen, dat maakt het mooi.”