‘Wij gaan naar plekken toe waar andere mensen wegrennen’
‘Van jongs af aan trok het vak van brandweerman me al: zwaailichten, sirenes en indrukwekkende brandweerwagens. Ik vind het mooi om op deze manier mensen te kunnen helpen. En het is ook gewoon spannend. Wij gaan naar plekken toe waar andere mensen wegrennen. Natuurlijk zijn er risico’s, maar we worden goed opgeleid en we werken samen als team. Er zitten veel ervaren mensen bij de ploeg, van wie ik veel leer. En het is ook gewoon een hele gezellige en hechte groep. We maken samen dingen mee die je niet met anderen meemaakt. De ploeg voelt als een familie van dertig mensen.’
‘Ik ben nu ongeveer een jaar bezig met de opleiding tot brandweerman. Dat bevalt heel goed. Intussen ga ik ook al mee op uitrukken, als zevende man. Ik ben inmiddels denk ik al wel vijftig keer meegeweest. Zodra je een vaste aanstelling hebt, krijg je een pieper en kun je mee. Dan loop je eigenlijk stage, je kijkt toe en je doet wat je kunt doen. Daar leer je heel veel van. Wat me het meeste bijblijft zijn auto-ongelukken. Je weet nooit wat je aantreft, en het zijn vaak heftige situaties. Gelukkig is dat lang niet altijd zo, en zijn er ook genoeg uitrukken waarbij we bijvoorbeeld een dier redden of mensen uit een lift bevrijden. En we blussen branden, niet te vergeten.’
‘Met mijn vorige baan was het werk als brandweerman niet te combineren. Ik werkte toen bij een grondverzetbedrijf en had klussen in heel Groningen en Drenthe. Maar nu heb ik een eigen groentezaak op twee kilometer van de kazerne af en kan het wel. Toen ik een advertentie voorbij zag komen ging ik nadenken. Ik had niet echt een hobby, en dat is nu de brandweer geworden. Ik heb personeel in dienst waardoor ik weg kan als de pieper gaat. Maar als het echt druk is, kan ik gewoon niet weg. Natuurlijk vraagt het privé ook wel wat: zit ik net gezellig samen met mijn vriendin te eten, gaat de pieper. Maar gelukkig snapt ze het wel. Toen ik erover nadacht om bij de brandweer te gaan zei ze direct: als je dat wilt, moet je dat doen. Als je maar voorzichtig bent.’
